Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1331) B (608) C (972) D (665) E (429) F (561) G (331) H (804) I (1355) J (100) K (63) L (418) M (578) N (312) O (328) P (716) Q (29) R (427) S (1451) T (5856) U (122) V (114) W (842) Y (297) Z (12)
English Dutch Recording Learn
A fly fell into the milk.

Er viel een vlieg in de melk.

a flying eagle

een vliegende arend

a food crisis

een voedselcrisis

a fool

een dwaas

A fool and his money are soon parted.

Een dwaas en zijn geld worden snel gescheiden.

a fork

een vork

a freelance job

een freelance opdracht

A Frenchman

Een Fransman

a fried egg

een gebakken ei

a friend

een vriend

A front door and a window were damaged.

Een voordeur en een raam zijn beschadigd.

a frugal sip of tea

een zuinig slokje thee

a fruitful year

een vruchtbaar jaar

a fun package

een pretpakket

a gene

een gen

a general power cut

een algemene stroomonderbreking

a ghost

een schim

A girl was injured in her face at the level of the neck and ear.

Een meisje raakte daarbij gewond in haar aangezicht ter hoogte van de hals en het oor.

a glimpse

een glimp

a gnu

een wildebeest

a go-getter

een doorzetter

a good day

een goede dag

a good friend

een goede vriend

a good idea

een goed idee

a good teacher

een goede leraar

a good teacher (female teacher)

een goede lerares

a grant

een beurs

a great adventure

een geweldig avontuur

A great hunt was held; the hunters lay around the swamp; yes, some sat up in the branches of the trees, which stretched far over the reed.

Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten.

a ground offensive

een grondoffensief

A guardrail is a barrier placed next to roads.

Een vangrail is een barrière die naast wegen wordt geplaatst.

A guitar is a stringed instrument that is played with the fingers or with a plectrum.

Een gitaar is een snaarinstrument dat wordt bespeeld met de vingers of met een plectrum.

a gun

een geweer

a handbag

een handtas

a handful of snails slipped out of his mouth

er glibberde een handvol slakken uit zijn mond

a hangover

een kater