English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1342) B (611) C (984) D (676) E (433) F (563) G (334) H (810) I (1369) J (102) K (66) L (422) M (581) N (314) O (329) P (723) Q (29) R (433) S (1470) T (5889) U (122) V (114) W (852) Y (302) Z (13)

English	Dutch	Learn
at school	op school	Learn
At such moments I don’t think about all the misery, but about the beauty that still remains.	Dan denk ik niet aan al de ellende, maar aan het mooie dat nog overblijft.	Learn
at ten o’clock	om tien uur	Learn
at that time	destijds	Learn
At the annual high mass of technology, many companies release news and product launches.	Op de jaarlijkse hoogmis van de technologie pakken veel bedrijven uit met nieuwtjes en productlanceringen.	Learn
at the back	achterop	Learn
at the beginning of the year	in het begin van het jaar	Learn
at the end	op het eind	Learn
at the latest	uiterlijk	Learn
At the moment you can only change your membership via the contact form or in the club.	Je kunt op dit moment alleen je lidmaatschap wijzigen via het contactformulier of in de club.	Learn
at the same time	tegelijkertijd	Learn
At the same time the country is struggling with massive air pollution.	Tegelijkertijd worstelt het land met enorme luchtvervuiling.	Learn
at the top	bovenaan	Learn
at the weekend	in het weekend	Learn
at university	op de universiteit	Learn
at work	op het werk	Learn
ate	at	Learn
ate (plural)	aten	Learn
athlete	sporter	Learn
athlete’s foot	voetschimmel	Learn
athletic	atletisch	Learn
atmosphere	atmosfeer	Learn
atmosphere	sfeer	Learn
attached	aangehecht	Learn
attached	bevestigd	Learn
attachment	bijlage	Learn
attachments	bijlagen	Learn
attack	aanval	Learn
attack	aanslag	Learn
attacked	aangevallen	Learn
attacker	aanvaller	Learn
attacker	belager	Learn
attacks	aanslagen	Learn
attempt	poging	Learn
attention	acht	Learn
attention	aandacht	Learn