Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

1 (8) 2 (4) A (1838) B (702) C (1179) D (820) E (504) F (665) G (407) H (1019) I (1710) J (119) K (77) L (483) M (672) N (342) O (381) P (854) Q (32) R (515) S (1702) T (6799) U (155) V (124) W (1100) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Recording Learn
Ambassador calls president incompetent Ambassadeur noemt president onbekwaam
ambitious (long form) ambitieuze
ambitious ambitieus
ambulance ziekenwagen
amenities voorzieningen
America Amerika
America has enemies. Amerika heeft vijanden.
America is beautiful. Amerika is prachtig.
American amerikaans
American (inflected form) Amerikaanse
ammonia ammoniak
Amnesty Amnesty
Amnesty launches global campaign against torture. Amnesty start wereldwijde campagne tegen foltering.
amongst others o.a.
amount bedrag
amount hoeveelheid
amounted to bedroegen
amounts bedragen
amphitheater amfitheater
ampoule ampul
amusement park pretpark
an ability een vermogen
an abortion een abortus
an abrupt end een abrupt einde
an absence een afwezigheid
an absolute eye-catcher een absolute blikvanger
an academy een academie
an accent een accent
an access een toegang
An accommodation ladder is a walkway with railings to a ship. Een valreep is een loopplank met leuningen naar een schip.
an account een account
an accountant een accountant
an accumulation of incidents een opstapeling van incidenten
an acknowledgment een erkenning
an addition een aanvulling
an address een adres