Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - V

1 (9) 2 (4) A (737) B (1151) C (203) D (4045) E (1528) F (204) G (934) H (2342) I (1363) J (291) K (779) L (467) M (732) N (413) O (824) P (530) Q (2) R (399) S (1120) T (1124) U (196) V (1306) W (1157) X (3) Y (88) Z (976)
Dutch Recording English Learn
vijf plus drie is acht
five plus three equals eight
vijf plus één
five plus one (5+1)
vijf studenten
five students
vijf uur
five o’clock
vijf vier acht twee
five four eight two
vijf voor acht
five to eight
vijf voor half drie
twenty five past two
vijf voor half zeven
twenty five past six
vijf voor twee
five to two
vijf voor vier
five to four
vijfduizend
five thousand (5,000)
vijfendertig
thirty-five (35)
vijfennegentig
ninety-five (95)
vijfentachtig
eighty-five (85)
vijfentwintig
twenty-five (25)
vijfentwintig over één
twenty-five past one
vijfentwintig tot twee
twenty-five to two
vijfenveertig
forty-five (45)
vijfenvijftig
fifty-five (55)
vijfenzestig
sixty-five (65)
vijfenzeventig
seventy-five (75)
vijfhonderd
five hundred (500)
vijfhonderdachtenvijftig
five hundred and fifty-eight (558 )
vijfhonderdeenenveertig
five hundred and forty-one (541)
vijfhonderdtweeënnegentig
five hundred and ninety-two (592 )
vijfhonderdvierentwintig
five hundred and twenty-four (524)
vijfhonderdvijfenvijftig
five hundred and fifty-five (555 )
vijfhonderdvijfenzeventig
five hundred and seventy-five (575 )
vijfhonderdzeven
five hundred and seven (507)
vijftien
fifteen (15)
vijftig
fifty (50)
vijftig jaar oud
fifty years old
vijftigduizend
fifty thousand (50,000)
vijgen
figs
vin
fin
vind
find