Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - V

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1001) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1071) J (244) K (672) L (406) M (642) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (978) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Learn

voor haar

for her

voor half acht

for half past seven

voor hem

for him

Voor het geval dat.

Just in case.

Voor het honkbalspel zijn een handschoen, een knuppel en een bal nodig.

The game of baseball requires a glove, a bat and a ball.

Voor hoeveel?

For how many?

voor mij

for me

Voor mijn aankopen heb ik contant betaald.

I paid for my purchases in cash.

Voor morgenavond.

For tomorrow night.

Voor ontvangen oproepen daalt de prijs van 7 naar 5 cent.

For received calls, the price drops from 7 to 5 cents.

voor te bereiden

to prepare

voor te stellen

to introduce (long form)

Voor vanavond.

For tonight.

Voor wie ben je bang?

Who are you afraid of?

Voor zijn nieuwe woning deed Rembrandt een aanbetaling van een vierde van de totale prijs.

Rembrandt made a deposit of one quarter of the total price for his new home.

vooraan

in the front

vooraanstaand

leading

vooraf

in advance

voorafbetalingen

advance payments

voorafgaand

prior

voorafgaande

previous

voorafgaande voorwaarden

preconditions

voorafgegaan

preceded

voorafje

appetizer

vooral

especially

vooraleer

before

Vooraleer te sterven wil ik Angkor Wat bezoeken.

I’d like to visit Angkor Wat before I die.

vooralsnog

for the time being

vooras

front axle

voorbarig

premature

voorbarige

premature (long form)

voorbeeld

example

voorbeelden

examples

voorbeelden geven

to give examples

voorbeelden van onaanvaardbaar handelen

examples of unacceptable actions

voorbehoedsmiddel

contraceptive