Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - O

1 (9) 2 (4) A (735) B (1149) C (203) D (4040) E (1522) F (204) G (933) H (2337) I (1357) J (289) K (779) L (467) M (731) N (412) O (823) P (530) Q (2) R (399) S (1120) T (1123) U (196) V (1303) W (1155) X (3) Y (88) Z (975)
Dutch Recording English Learn
over
to talk about (part 1)
over
in
over de hele wereld
all over the world
Over de tafel lag een wit tafellaken uitgespreid
On the table there was a white tablecloth
Over de tafel lag een wit tafellaken uitgespreid; daarop stond prachtig porseleinen vaatwerk, en heerlijk dampte de gebraden gans, die met appelen en gedroogde pruimen opgevuld was.
On the table there was a white tablecloth; on it, stood splendid porcelain crockery, and a steaming roast goose, stuffed with apples and dried plums.
over de vooruitgang en verwezenlijkingen van het project
on the progress and achievements of the project
over drie dagen
in three days
over twee dagen
in two days
overaanbod
oversupply
overal
everywhere
Overal in de pers werd uitvoerig bericht over Toms grensoverschrijdend gedrag.
Tom’s inappropriate behaviour was widely reported in the press.
overal mensen in het geheim bijeenkwamen
people everywhere secretly met
overbelaste
congested
overbelasten
to overload
overbevolking
overcrowding
overbevolking in de gevangenissen
prison overcrowding
overbevolkte
overcrowded
overblijft
remains
overbodig
redundant
overbrengen
to convey
overbuigen
to bend over
overdag
during the day
overdoen
to redo
overdonderende
overwhelming
overdracht
transfer
overdreven
overdone
overeengekomen
agreed
overeenkomen
to get along
overeenkomst
agreement
overeenkomsten
similarities
overeenkomsten
contracts
overeenkomstig
corresponding
overeenkomstige
corresponding (long form)
overeenstemming
agreement
overeind
upright
overgang
transition