Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort ascending Learn

interssants

of interest

Ik heb het bevel om samen met jou te gaan.

My orders are to go with you.

Ik heet Jan.

My name is John.

informateur

mediator

intussen

meanwhile

Ik zette de eerste stap.

I’ve taken the first step.

Ik heb koffie besteld.

I’ve ordered coffee.

Ik heb nog nooit iets gestolen.

I’ve never stolen anything.

Ik heb je nooit gemogen.

I’ve never liked you.

Ik heb nog nooit wijn gedronken.

I’ve never drunk wine.

Ik heb nooit iets belangrijk gedaan.

I’ve never done anything important.

Ik heb nog nooit een bot gebroken.

I’ve never broken a bone.

Ik heb veel nieuwe vrienden gemaakt.

I’ve made a lot of new friends.

Ik heb mijn bagage verloren.

I’ve lost my bag.

Ik heb in Australië gewoond.

I’ve lived in Australia.

Ik heb in mijn carrière meermaals iemand moeten ontslaan.

I’ve had to fire someone several times in my career.

Ik moet er een melding van maken.

I’ve got to report it.

Ik heb een kikker in mijn keel.

I’ve got a frog in my throat.

Ik heb je harde schijf per ongeluk geformatteerd.

I’ve formatted your hard disk by mistake.

Ik heb me zorgen om je gemaakt.

I’ve been worried about you.

Ik ben drie keer getrouwd geweest.

I’ve been married three times.

Ik woon al drie jaar in Nederland.

I’ve been living in the Netherlands for three years.

Ik heb je al betaald.

I’ve already paid you.

Ik heb al genoeg gegeten.

I’ve already eaten enough.

Ik gaap want ik ben moe.

I’m yawning because I’m tired.

Ik heb veel slaap.

I’m very sleepy.

Ik ben aan zoiets gewend.

I’m used to this sort of thing.

Ik ben moe maar ik kan nog niet slapen.

I’m tired, but I still can’t fall asleep.

Ik ben dertig jaar oud.

I’m thirty years old.

Ik ben degene die in elkaar geslagen werd.

I’m the one who got beaten up.

Ik ben de schuldige.

I’m the guilty one.

Ik ben de kampioen van mijn provincie.

I’m the champion of my province.

Ik ben doodsbang van honden

I’m terrified of dogs.

Ik weet zeker dat we zullen winnen.

I’m sure we’re going to win.

Ik weet zeker dat Tom het je ooit zal uitleggen.

I’m sure that Tom will explain it to you eventually.

Ik ben zo’n dwaas.

I’m such a fool.