Dutch-English Dictionary - H

0 (2) 1 (15) 2 (5) A (755) B (1156) C (208) D (4137) E (1620) F (205) G (958) H (2440) I (1481) J (306) K (790) L (467) M (768) N (423) O (840) P (533) Q (2) R (401) S (1121) T (1135) U (199) V (1328) W (1229) X (3) Y (88) Z (1021)

Dutch	English	Learn
hersenen	brain	Learn
herstel	recovery	Learn
herstellen	to restore	Learn
herstelt	heals	Learn
hert	deer	Learn
hertekenen	to redraw	Learn
hertogin	Duchess	Learn
hervat	resumes	Learn
hervatten	to resume	Learn
herverdeling	redistribution	Learn
hervorming	reform	Learn
hese	hoarse	Learn
hesje	vest	Learn
hesjes	vests (diminutive)	Learn
het	it	Learn
het	the (neutral)	Learn
het aandeel	the share	Learn
het aangezicht	the face	Learn
het aanrecht	the kitchen worktop	Learn
het aanslagbiljet	the assessment notice	Learn
Het aanspreekpunt voor vragen is de receptie.	The contact point for questions is the reception.	Learn
het aantal	the number	Learn
Het aantal abonnementen voor mobiel bankieren, via smartphone of tablet, verdrievoudigde bijna tot 1,039 miljoen.	The number of subscriptions for mobile banking via smartphone or tablet, almost tripled to 1,039 million.	Learn
het aantal woorden te vergroten	to increase the number of words	Learn
het aardbeienijs	the strawberry ice cream	Learn
het abonnement	the subscription	Learn
het academisch jaar	the academic year	Learn
het accent	the accent	Learn
het account	the account	Learn
het adres	the address	Learn
het advies	the advice	Learn
het afdwingen van beslissingen	the enforcement of decisions	Learn
het afgelopen jaar	last year	Learn
het akkoord	the agreement	Learn
het altaar	the altar	Learn
Het altaar was hol.	The altar was hollow.	Learn