Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (639) B (994) C (161) D (3474) E (1066) F (166) G (790) H (1909) I (1054) J (240) K (669) L (403) M (632) N (353) O (697) P (470) Q (2) R (336) S (971) T (953) U (165) V (1129) W (910) Y (88) Z (764)
Dutch Recording English Learn

het abonnement

the subscription

het academisch jaar

the academic year

het accent

the accent

het adres

the address

het advies

the advice

het afdwingen van beslissingen

the enforcement of decisions

het afgelopen jaar

last year

het akkoord

the agreement

het alternatief

the alternative

het ambacht van de schoenmaker

the shoemaker’s craft

het antwoord

the answer

Het antwoord op de vraag is nog steeds uitgebleven.

The answer to the question is still missing.

het appartement

the appartment

het appelsap

the apple juice

Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen

The poor animal did not know what these birds were called nor where they were flying to

Het arme beest!

The poor beast!

Het arme eendje had het al heel slecht.

The poor duckling had it very bad already.

Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”

The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!”

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren

The poor duckling did not know what to do

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren; het was treurig, omdat het er lelijk uitzag en door al de anderen bespot werd.

The poor duckling did not know what to do; it was sad because it looked ugly and was mocked by everyone else.

het arrest

the arrest

het artikel

the article

het aspect

the aspect

het avondeten

the dinner

het avontuur

the adventure

het bad

the bath

het balkon

the balcony

Het balkon is klein.

The balcony is small.

het bankieren

the banking

het bankstel

the couch

het bed

the bed

het bed opmaken

to make the bed

het bedrijf

the company

Het bedrijf heeft vestigingen in 12 Europese landen.

The company has branches in twelve European countries.

Het bedrijf produceert allerlei muziekinstrumenten.

The company manufactures a wide variety of musical instruments.

het bedwang

the control; restraint