Dutch-English Dictionary - A

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (643) B (996) C (162) D (3479) E (1068) F (167) G (793) H (1914) I (1057) J (241) K (670) L (405) M (637) N (354) O (699) P (471) Q (2) R (337) S (974) T (964) U (166) V (1131) W (913) Y (88) Z (767)

Dutch	English	Learn
Algerije	Algeria	Learn
Algerije heeft een sterk buitenlands beleid.	Algeria has a strong foreign policy.	Learn
Algerije heeft talrijke economische overeenkomsten gesloten met China.	Algeria has signed many economic agreements with China.	Learn
Algerije is sterk afhankelijk van olie-inkomsten.	Algeria relies a lot on oil revenue.	Learn
alibi	alibi	Learn
alinea	paragraph	Learn
alinea’s	paragraphs	Learn
alle	all (long form)	Learn
Alle aanwijzingen staan op dat papier.	All the instructions are on that paper.	Learn
Alle ingangen en uitgangen worden gecontroleerd.	All the entrances and exits will be checked.	Learn
Alle inspanningen van de artsen mochten niet baten.	All the efforts of the doctors were of no avail.	Learn
Alle kinderen hadden de mazelen.	All the children had measles.	Learn
Alle politieke partijen verwijzen het idee naar de prullenbak.	All the political parties put the idea in the waste-paper basket.	Learn
Alle schatten van wijsheid en kennis zijn in Hem verborgen.	All the treasures of wisdom and knowledge are hid in Him.	Learn
allebei	both	Learn
alleen	only; alone	Learn
Alleen de waarheid is schoon.	Nothing is beautiful but the truth.	Learn
alleen jij	only you	Learn
alleen kinderen	only children	Learn
allemaal	all; all of them	Learn
allen	everybody	Learn
allergie	allergy	Learn
allergisch	allergic	Learn
allergische	allergic (long form)	Learn
Allerheiligen	All Saints’ Day	Learn
allerlei	all kinds of	Learn
allerlei fruit	all sorts of fruit	Learn
allerliefst	sweetest	Learn
allersaaiste	most boring ever	Learn
alles	everything	Learn
Alles bij elkaar!	All together!	Learn
Alles is gereed.	Everything is ready.	Learn
Alles kits?	How is it going?	Learn
alles-of-niets	all or nothing	Learn
alliantie	alliance	Learn
almaar	all the more	Learn