Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - A

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (639) B (990) C (160) D (3456) E (1052) F (166) G (786) H (1899) I (1046) J (240) K (664) L (402) M (627) N (353) O (695) P (469) Q (2) R (336) S (968) T (944) U (163) V (1123) W (906) Y (88) Z (760)
Dutch Recording English Sort ascending Learn

Al doende leert men.

You learn by doing.

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.

You cannot make a silk purse from a sow’s ear.

aanbidden

worship (plural)

arbeider

worker; labourer

arbeid

work

Aan wiens kant sta je?

Whose side are you on?

Aan wie heb je het boek gegeven?

Who did you give the book to?

Aan wie heeft Tom zijn boerderij verkocht?

Who did Tom sell his farm to?

aan het fluisteren

whispering

als

when; if

Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling.

When two (or more) words together form one new word, it is called a compound.

Als het mooi weer is, eten we op het terras.

When the weather is nice, we eat on the terrace.

Als de vos de passie preekt, boer, let op uw kippen.

When the fox is preaching the Passion, farmer, watch out for your chickens.

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

When the cat’s away, the mice will play.

Als iemand door de bliksem wordt getroffen treden vergelijkbare verschijnselen op als bij elektrocutie.

When someone is struck by lightning, similar phenomena occur as in electrocution.

Als de dwaas zwijgt, kan men hem voor wijs houden.

When a fool is silent, he may be considered wise.

Ach!

Well!

ach

well

aan het verspillen

wasting

afwas

washing up

afsponste

was sponging

azijn

vinegar

automaat

vending machine

achter slot en grendel

under lock and key

achtentwintig

twenty-eight (28)

af

turn (part 2)

aanhangwagen

trailer

afwegingen

tradeoffs

aanrakingen

touches

aanraking

touch; contact

aflegde

took (an oath)

aanbidden

to worship

aan de slag

to work

afslaan

to turn

afstemmen

to tune

aanraken

to touch