Understand spoken Dutch

Verbs Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The person charged with forming the federal government Bart De Wever was given permission by King Philip to extend by a week his mission. Federaal informateur Bart De Wever heeft van koning Filip de toestemming gekregen om zijn opdracht een week te verlengen.
The little creature had lost them when she rushed across the street, because of two carriages running by, at a terribly high speed. De kleine echter verloor deze, toen zij over de straat heen snelde, omdat er twee rijtuigen verschrikkelijk hard voorbijreden.
to be broke blut zijn
I’m drooling. Ik kwijl.
she cooks zij kookt
OK, I'll take it OK, ik neem het.
Tom is panting. Tom hijgt.
I play chess. Ik schaak.
A chirp was heard, and all the animals of the eggs came alive and stuck their heads out of the egg shells. Een gepiep deed zich horen, en al de dooren van de eieren waren levend geworden en staken de kopjes uit de schalen.
to stir (long form) te roeren
but the duckling thought they would harm him; and in his fear he flew into the milk pail, so the milk was splashed all over the room maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
and before he well knew how it had happened, he found himself in a large garden, in which fragrant elders bent their long green branches down to the water en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen
on it, stood splendid porcelain crockery, and a steaming roast goose, stuffed with apples and dried plums. daarop stond prachtig porseleinen vaatwerk, en heerlijk dampte de gebraden gans, die met appelen en gedroogde pruimen opgevuld was.
Thousands of lights were burning upon the green branches and coloured pictures, like those she had seen in the show-windows, looking down upon her. Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.
to strangle (long form) te wurgen
to count (long form) te tellen
to bang (long form) te bonzen
to lift (long form) te tillen
I was skiing. Ik skiede.
to poop (long form) te kakken