Understand spoken Dutch

Verbs Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Recording
EnglishCover your eyes. DutchBedek je ogen. Status
Recording
EnglishI suspect Dutchik vermoed Status
Recording
EnglishShe is funny. DutchZe is koddig. Status
Recording
Englishto clean (long form) Dutchte schonen Status
Recording
Englishto grow (long form) Dutchte groeien Status
Recording
Englishto pilot (long form) Dutchte loodsen Status
Recording
Englishyou determine Dutchje bepaalt Status
Recording
EnglishThe donkey is braying. DutchDe ezel balkt. Status
Recording
Englishto grab (long form) Dutchte grijpen Status
Recording
EnglishA clothes hanger is a piece of wood, metal or plastic, in the shape of the human shoulders and has a hook on the top. DutchEen kledinghanger is een stuk hout, metaal of kunststof, in de vorm van de menselijke schouders en heeft een haak aan de bovenzijde. Status
Recording
EnglishThe prince is handsome. DutchDe prins is knap. Status
Recording
Englishhide me Dutchverberg mij Status
Recording
EnglishTom is tall and skinny. DutchTom is lang en dun. Status
Recording
EnglishI want to make love. DutchIk wil vrijen. Status
Recording
EnglishThey uttered a strange noise, spread their beautiful, long wings and flew away from those cold regions to warmer countries DutchZij lieten een eigenaardig geluid horen, spreidden hun prachtige, lange vleugels uit en trokken uit de koude streken naar warmere landen Status
Recording
Englishit takes some getting used to Dutchhet is wennen Status
Recording
EnglishI don’t wear a tie. DutchIk draag geen das. Status
Recording
EnglishThey are cousins. DutchZij zijn neven. Status
Recording
Englishsee attachment Dutchzie bijlage Status
Recording
Englishwith respect to Dutchten opzichte van Status