Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - W

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1809) B (692) C (1166) D (812) E (500) F (654) G (402) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6704) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
We’re going to a restaurant in town. We gaan naar een restaurant in de stad.
We’re going to find out. We zullen erachter komen.
We’re going to freeze to death. Straks vriezen we nog dood.
We’re going to Germany. We gaan naar Duitsland.
We’re going to have a lot of fun. We gaan veel plezier beleven.
We’re homeless. We zijn dakloos.
We’re influenced by our environment. We worden beïnvloed door onze omgeving.
We’re moving tomorrow. We gaan morgen verhuizen.
We’re not alone. We zijn niet alleen.
We’re not crazy. We zijn niet gek.
We’re not deaf. We zijn niet doof.
We’re on our way home. We zijn op weg naar huis.
We’re safe here. We zijn hier veilig.
We’re telepathic. We zijn telepathisch.
We’re under attack. We worden aangevallen.
We’ve almost finished. We zijn bijna klaar.
We’ve already learned a lot. We hebben al veel geleerd.
We’ve consulted with experts. We hebben deskundigen geraadpleegd.
We’ve got five cats. We hebben vijf katten.
We’ve got to start somewhere. We moeten ergens beginnen.
We’ve lost a lot of customers. We hebben veel klanten verloren.
what wat
What a beautiful garden. Wat een prachtige tuin.
What a big dog! Wat een grote hond!
What a catch! Wat een vang!
What a fool! Wat een dwaas!
What a hypocrite! Wat een huichelaar!
What an angel. Wat een engeltje.
What are the different options? Wat zijn de verschillende opties?
What are the months of the year? Wat zijn de maanden van het jaar?
What are the remaining options? Wat zijn de overige opties?
What are the working conditions? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden?
What are their names? Wat is hun naam?
What are their policies? Wat is hun beleid?
What are they doing? (short form) Wat doen ze?
What are you doing today? Wat ga je vandaag doen?