Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - T
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(8)
2
(4)
3
(1)
4
(1)
A
(1812)
B
(692)
C
(1166)
D
(813)
E
(500)
F
(655)
G
(403)
H
(995)
I
(1698)
J
(119)
K
(76)
L
(479)
M
(672)
N
(341)
O
(377)
P
(844)
Q
(32)
R
(507)
S
(1690)
T
(6706)
U
(154)
V
(124)
W
(1093)
X
(4)
Y
(337)
Z
(14)
English
Dutch
Recording
Learn
They used to use a tally stick to keep track of the stock.
Zij gebruikten vroeger een kerfstok om de voorraad bij te houden.
Learn
They uttered a strange noise, spread their beautiful, long wings and flew away from those cold regions to warmer countries
Zij lieten een eigenaardig geluid horen, spreidden hun prachtige, lange vleugels uit en trokken uit de koude streken naar warmere landen
Learn
They walked over the heath.
Zij wandelden over de heide.
Learn
They want to lure customers to the store.
Ze willen klanten naar de winkel lokken.
Learn
They wanted me.
Ze wilden me.
Learn
They warned us about the dangers of drowning.
Ze waarschuwden ons voor de gevaren van verdrinking.
Learn
they watch quizzes on the telly
ze zien de televisiequiz
Learn
they went
ze gingen
Learn
They went to great lengths to row the ship ashore, but failed.
Zij spanden zich nog meer in om het schip naar de wal te roeien, maar het lukte niet.
Learn
they were
zij waren
Learn
They were arrested for breach of professional secrecy.
Ze zijn aangehouden wegens schending van het beroepsgeheim.
Learn
They were at each other’s throats.
Ze vlogen elkaar naar de keel.
Learn
They were bright white and had long, flexible necks: they were swans
Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen
Learn
They were mine.
Ze waren van mij.
Learn
They were not home.
Ze waren niet thuis.
Learn
They were playing baseball in the park.
Ze waren aan het honkballen in het park.
Learn
They were sleeping.
Ze waren aan het slapen.
Learn
They were tired after all the dragging of luggage.
Ze waren moe na al het gezeul met de bagage.
Learn
They were treated rudely.
Zij werden onbeleefd bejegend.
Learn
They were treated with respect.
Ze werden respectvol bejegend.
Learn
They won’t get far.
Ze zullen niet ver komen.
Learn
They worked hard to improve the presentation.
Zij hebben zich uit de naad gewerkt om de presentatie te verbeteren.
Learn
They yanked the lid off the box.
Ze rukten het deksel van de doos.
Learn
They’ll never find us here.
Hier zullen ze ons nooit vinden.
Learn
They’re firing at us.
Ze schieten op ons af.
Learn
They’re going to give me an estimate.
Ze zullen me een schatting geven.
Learn
They’re identical.
Ze zijn identiek.
Learn
They’re lovely.
Zij zijn prachtig.
Learn
They’re my grandma’s dentures.
Het is het kunstgebit van mijn oma.
Learn
They’re playing in the yard.
Ze spelen in het erf.
Learn
They’re traitors.
Zij zijn verraders.
Learn
They’re waiting.
Zij wachten.
Learn
They’ve already eaten.
Ze hebben al gegeten.
Learn
They’ve got lost.
Ze zijn verdwaald geraakt.
Learn
Thiam
(surname)
Thiam
Thiam provisionally ninth in heptathlon
Thiam voorlopig negende in zevenkamp
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
120
Page
121
Page
122
Page
123
Current page
124
Page
125
Page
126
Page
127
Page
128
…
Next page
Next ›
Last page
Last »