Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1812) B (692) C (1166) D (813) E (500) F (655) G (403) H (995) I (1698) J (119) K (76) L (479) M (672) N (341) O (377) P (844) Q (32) R (507) S (1690) T (6706) U (154) V (124) W (1093) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
This house has three bathrooms. Dit huis heeft drie badkamers.
This house has three rooms. Dit huis heeft drie kamers.
This house is small. Dit huis is klein.
This inspection must be carried out thoroughly. Deze inspectie moet grondig worden uitgevoerd.
This is a better way. Dit is een betere manier.
This is a delusion. Dit is een waanbeeld.
This is a fantastic city because we embrace each other’s differences. Dit is een fantastische stad omdat we elkaars anderszijn omhelzen.
This is a historic mistake. Dit is een historische vergissing.
This is a mock fight, intended to block the country again. Dit is een schijngevecht, bedoeld om het land opnieuw te blokkeren.
This is a picture of my school. Dit is een foto van mijn school.
This is a pressing problem we cannot ignore. Dit is een prangend probleem dat we niet kunnen negeren.
This is a sensible approach. Dit is een verstandige benadering.
This is a table with numbers. Dit is een tabel met cijfers.
This is a valid point. Dit is een terecht punt.
This is all that remained for me. Dit is al wat er bleef voor mij.
This is beautiful. Dit is mooi.
This is blackmail. Het is chantage.
This is confirmed by the fact that most accidents do not happen when braking or maneuvering, but when accelerating. Dit wordt bevestigd door het feit dat de meeste ongevallen niet gebeuren bij het remmen of manoeuvreren, maar bij het optrekken.
This is enough. Dit is genoeg.
This is humiliating. Dit is vernederend.
This is Japan. Dit is Japan.
This is my address. Dit is mijn adres.
This is my book. Dit is mijn boek.
This is my brother. Dit is mijn broer.
This is my choice. Dit is mijn keuze.
This is my house. Dit is mijn huis.
This is my husband. Dit is mijn man.
This is my mother. Dit is mijn moeder.
This is my sister. Dit is mijn zus.
This is my wife. Dit is mijn vrouw.
This is the bathroom. Dit is de badkamer.
This is the kind of music that I like. Dit is het soort muziek dat ik leuk vind.
This is the kind of music that Tom likes to listen to. Dit soort muziek vindt Tom fijn om naar te luisteren.
This is what he was looking for tonight. Dit is wat hij zocht vanavond.
This is what I drink when I’m with Tom. Dit is wat ik drink wanneer ik bij Tom ben.
This is worth considering. Dit is het overwegen waard.