Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (721) B (1134) C (202) D (3983) E (1477) F (204) G (926) H (2260) I (1326) J (285) K (773) L (466) M (719) N (392) O (815) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1099) U (194) V (1270) W (1139) X (3) Y (88) Z (937)
Dutch Recording English Learn
wortelen
carrots (-en plural)
wortels
carrots
wou
wish
woud
woods
wouden
wanted
wraak
revenge
Wraak is een gerecht dat het best koud geserveerd kan worden.
Revenge is a dish best served cold.
Wraak is zoet.
Revenge is sweet.
wrak
wreck
wreed
cruel
wreedheden
atrocities
wreedheid
cruelty
wreef
rubbed
wriemelen
to wriggle
wrok
grudge
wurgen
to strangle
wurm
worm
«Wat is dat voor een dwaze inval!» zei deze.
“What an absurd idea,” said this one.
“Wat ben jij er voor één?” vroegen zij, en het eendje wendde zich naar alle kanten en groette zo goed het kon.
“What kind are you?” they asked, and the duckling turned in all directions and greeted them the best way he could.
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
“What a terribly big duckling that is,” she thought; “None of the others looks like this.”
“Wat is de wereld toch groot!” zeiden al de jongen; want nu hadden zij heel wat meer plaats dan in het ei.
“The world is so big!” all the young ones said; because now they had much more space than in the egg.
“Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.
“Well there, how are you?” an old duck asked, who came to visit her.
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
“Can you stop doing that?” said the mother.