neerleggen
neerschieten
neer
neerzitten
neersteken
nemen
nagaan
naar
nam
negenentwintig
nuttige
nuttig
nuttige zinswendingen
nutteloos
nut
nagegaan
naderen we het einde van ons verlof
Nadien zullen we het begrijpen.
nu, daar zullen we wel gauw achter komen
Nu, daar zullen we wel gauw achter komen; in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen.
nat
nul
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt? Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt?”
“Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”
“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
«Nu sterft er iemand!»
«Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!» dacht de oude koningin.
“Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.