Dutch-English Dictionary - M

0 (2) 1 (18) 2 (9) A (772) B (1177) C (213) D (4185) E (1668) F (212) G (974) H (2474) I (1500) J (311) K (804) L (480) M (790) N (428) O (863) P (544) Q (2) R (415) S (1155) T (1147) U (206) V (1357) W (1254) X (3) Y (88) Z (1041)

Dutch	English	Learn
maar ze zei niets	but she said nothing	Learn
Maar ze zei niets, ging naar de slaapkamer, lichtte alle bedden op en legde een erwt op de onderlagen van het ledekant neer; daarop nam zij twintig matrassen en legde deze op de erwt, en toen nog twintig donzen bedden op de matrassen.	But she said nothing, went to the bedroom, lifted up all the bedding up, and laid down a pea on the bed base; then she took twenty mattresses and laid them on the pea, and then twenty more feather-down quilts on the mattresses.	Learn
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt	but she had poor eyesight, and therefore she thought, that this duckling must be a fat duck, who had got lost	Learn
Maar zij zullen mij doden, omdat ik, die zo lelijk ben, mij in hun nabijheid durf wagen	But they will kill me, because I, who am so ugly, dare to approach them	Learn
maart	March	Learn
maat	size	Learn
maat	measure (short form)	Learn
maatjes	buddies	Learn
maatregel	measure	Learn
maatregelen	measures	Learn
maatschappij	society	Learn
maatschappijen	companies	Learn
maatstaf	benchmark	Learn
maatstaven	standards	Learn
maatwerk	customised work	Learn
maatwerkoplossingen	customised work solutions	Learn
machine	machine	Learn
machinegeweer	machine gun	Learn
macht	power	Learn
macht en gezag	power and authority	Learn
machten	powers	Learn
machtig	powerful	Learn
machtige	mighty	Learn
Madrid	Madrid	Learn
Madrid is de hoofdstad van Spanje en bovendien de belangrijkste stad.	Madrid is the capital of Spain and its most important city.	Learn
mag	may	Learn
Mag ik aanschuiven bij jullie vergadering?	May I join your meeting?	Learn
Mag ik binnenkomen?	May I come in?	Learn
Mag ik dat?	Can I?	Learn
Mag ik de kamer eerst zien?	May I see the room first?	Learn
Mag ik de kamer zien?	Can I see the room?	Learn
Mag ik de keuken zien?	Can I see in the kitchen?	Learn
Mag ik de rekening?	Could I have the bill, please?	Learn
Mag ik een betaalbewijs?	Can I have a receipt?	Learn
Mag ik een fles rode wijn?	May I have a bottle of red wine?	Learn
Mag ik een fles sap?	May I have a bottle of juice?	Learn