Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - M

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1128) C (201) D (3953) E (1475) F (203) G (923) H (2247) I (1323) J (285) K (771) L (466) M (719) N (392) O (809) P (525) Q (2) R (393) S (1105) T (1089) U (194) V (1264) W (1134) X (3) Y (88) Z (929)
Dutch Recording English Learn
maat
size
maat
measure (short form)
maatjes
buddies
maatregel
measure
maatregelen
measures
maatschappij
society
maatschappijen
companies
maatstaf
benchmark
maatstaven
standards
maatwerk
customised work
maatwerkoplossingen
customised work solutions
machine
machine
machinegeweer
machine gun
macht
power
macht en gezag
power and authority
machten
powers
machtig
powerful
machtige
mighty
Madrid
Madrid
Madrid is de hoofdstad van Spanje en bovendien de belangrijkste stad.
Madrid is the capital of Spain and its most important city.
mag
may
Mag ik aanschuiven bij jullie vergadering?
May I join your meeting?
Mag ik binnenkomen?
May I come in?
Mag ik de kamer eerst zien?
May I see the room first?
Mag ik de kamer zien?
Can I see the room?
Mag ik de keuken zien?
Can I see in the kitchen?
Mag ik de rekening?
Could I have the bill, please?
Mag ik een betaalbewijs?
Can I have a receipt?
Mag ik een fles rode wijn?
May I have a bottle of red wine?
Mag ik een fles sap?
May I have a bottle of juice?
Mag ik een fles wijn?
May I have a bottle of wine?
Mag ik een fles witte wijn?
May I have a bottle of white wine?
Mag ik een glas wijn?
May I have a glass of wine?
Mag ik een kop thee?
May I have a cup of tea?
Mag ik een menu zien?
Could I see a menu?
Mag ik een zak?
Can I have a bag?