Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - J

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (648) B (999) C (163) D (3496) E (1076) F (169) G (798) H (1926) I (1065) J (241) K (673) L (406) M (642) N (355) O (706) P (471) Q (2) R (342) S (979) T (971) U (166) V (1136) W (916) Y (88) Z (773)
Dutch Recording English Sort ascending Learn

“Je moet het zelf weten,” hernam de oude eend en ging weg.

“You have to decide that for yourself,” continued the old duck and left.

«Je begrijpt mij niet!» zei het eendje.

“You don’t understand me,” said the duckling.

“Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”

“You are terribly ugly!” the wild ducks said; “But we don’t care as long you don’t marry someone within our family!”

“Je bent toch allemaal wel bij elkaar?” vervolgde zij en stond op.

“You are all together, right?” she continued and stood up.

Je hebt me nooit gemogen, hè?

You’ve never liked me, have you?

Je hebt geen alibi voor de dag van de moord.

You’ve got no alibi for the day of the murder.

Je bent werkloos.

You’re unemployed.

Jij bent de grootste.

You’re the biggest.

Jij bent ouder dan Tom.

You’re older than Tom.

Je bent gestoord.

You’re nuts.

Je bent geen ochtendmens, heb ik begrepen.

You’re not a morning person, I understand.

Je bent gehuwd en hebt twee kinderen.

You’re married and have two children.

Je bent laat.

You’re late.

Je bent erbij betrokken.

You’re involved.

Je bent een onmogelijk mens.

You’re impossible.

Je bent gul.

You’re generous.

Je bent een erg rijk persoon.

You’re a very rich person.

Je zult jezelf alleen maar voor schut zetten.

You’ll only embarrass yourself.

Je moet je hier permanent vestigen voor je mag stemmen.

You’ll have to establish residence here before you can vote.

Je zult er op tijd aankomen, zolang je tenminste de trein niet mist.

You’ll get there in time, so long as you don’t miss the train.

Je krijgt problemen als je ouders erachter komen.

You’ll get into trouble if your parents find out.

jeugdherberg

youth hostel

jeugd

youth

jezelf

yourself

Jouw wens is mijn bevel.

Your wish is my command.

Jouw team is beter dan het onze.

Your team is better than ours.

je vaardigheden

your skills

jouw rol

your role

jouw persoonlijke opslagruimte

your personal storage space

Je betaalopdracht is met succes aangemaakt.

Your payment order has been successfully created.

Jouw mening telt.

Your opinion matters.

je nieuwe ketel

your new boiler

Je gulp staat open.

Your flies are undone.

je bestanden

your files

Je vader heeft dit bij mij in bewaring gegeven voor zijn dood.

Your father entrusted this to me before his death.

Je inspanningen hebben in succes geresulteerd

Your efforts resulted in the success.