Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort descending Learn

Ik waardeer je toezegging.

I appreciate your commitment.

Ik ben me bewust van je probleem.

I appreciate your problem.

Ik nader mijn bestemming.

I approach my destination.

Ik kwam als laatste aan.

I arrived last.

Ik vroeg mijn geld terug.

I asked for my money back.

ik vroeg haar

I asked her

Ik ben tien jaar geleden lid van de club geworden.

I became a member of the club ten years ago.

Ik geloof in deze leermethode.

I believe in this method of teaching.

ik wed

I bet

ik wed dat hij op dit moment zit op te scheppen

I bet he’s bragging right now

Ik kocht een computer.

I bought a computer.

Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.

I bought a new mobile phone.

Ik kocht dit boek drie dagen geleden.

I bought this book three days ago.

Ik heb een hot dog voor Tom gekocht.

I bought Tom a hot dog.

ik breng

I bring

ik poets

I brush

Ik belde hem.

I called him.

Ik kan dit alleen.

I can do this alone.

Ik kan je helpen.

I can help you.

Ik kan alleen maar afgaan op hetgeen dat mij werd verteld.

I can only go by that which was relayed to me.

Ik kan een goed hotel aanbevelen.

I can recommend a good hotel.

Ik kan een goede advocaat aanbevelen.

I can recommend a good lawyer.

Ik kan je dit boek aanbevelen.

I can recommend this book to you.

Ik kan dit restaurant aanbevelen.

I can recommend this restaurant.

Ik kan bloemen ruiken.

I can smell flowers.

Ik kan dat probleem in een handomdraai verhelpen.

I can solve that problem in an instant.

Ik kan schakelen.

I can switch.

Ik kan een kikker niet van een pad onderscheiden.

I cannot distinguish a frog from a toad.

Ik kan het me niet voorstellen.

I cannot imagine it.

Ik kan het niet met je eens zijn.

I can’t agree with you.

Ik kan niet geloven dat je zulke kletskoek serieus neemt.

I can’t believe you take such nonsense seriously.

Ik kan hetgeen je deed niet goedkeuren.

I can’t condone what you did.

Ik kan geen wijn meer drinken.

I can’t drink wine anymore.

Ik kan het niet genoeg benadrukken.

I can’t emphasize it enough.

Ik kan mijn paraplu niet vinden.

I can’t find my umbrella.

Ik kan je niet volgen.

I can’t follow you.