Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - I

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort descending Learn

Ik ben een kok.

I am a cook.

Ik ben dokter.

I am a doctor.

Ik ben gewend aan een koud klimaat.

I am accustomed to cold weather.

Ik ben allergisch voor stuifmeel.

I am allergic to pollen.

Ik ben een Amerikaans staatsburger.

I am an American citizen.

Ik ben een Australisch staatsburger.

I am an Australian citizen.

Ik ben leerkracht engels.

I am an English teacher.

Ik ben vervelend.

I am annoying.

Ik wacht op een overeenkomst.

I am awaiting an agreement.

Ik ben terug thuis.

I am back home.

Ik heb het koud.

I am cold.

Ik heb diabetes.

I am diabetic.

Ik ben gescheiden.

I am divorced.

Ik heb een allergische reactie.

I am having an allergic reaction.

Ik heb honger.

I am hungry.

Ik speel in een toneelstuk.

I am in a play.

Ik ben betrokken bij de onderhandeling.

I am involved in the negotiation.

ik zoek

I am looking for

Ik ben op zoek naar een nieuwe job.

I am looking for a new job.

Ik ben in verwachting.

I am pregnant.

Ik ben zwanger.

I am pregnant.

Ik ben tevreden met mijn loopbaan tot nu toe.

I am satisfied with my career so far.

Ik ben bang.

I am scared.

Ik ben serieus ontgoocheld.

I am seriously disappointed.

ik deel met je

I am sharing with you

Ik scheer de schapen.

I am shearing the sheep.

Ik ben enigszins verrast door het nieuws dat hij vertrekt.

I am somewhat surprised by the news of his departure.

Ik weet het zeker.

I am sure.

Ik ben de voogd van mijn gehandicapte broer.

I am the guardian of my disabled brother.

Ik heb dorst.

I am thirsty.

Ik ben gewend aan lage temperaturen.

I am used to low temperatures.

Ik ben erg teleurgesteld in u.

I am very disappointed in you.

Ik schrijf om mijn ongenoegen te uiten.

I am writing to express my dissatisfaction.

Ik verwachtte problemen.

I anticipated trouble.

Ik verwachtte moeilijkheden.

I anticipated trouble.

Ik heb problemen voorzien.

I anticipated trouble.