Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (674) B (1038) C (170) D (3695) E (1150) F (186) G (842) H (2047) I (1130) J (257) K (711) L (427) M (662) N (378) O (752) P (490) Q (2) R (354) S (1030) T (1023) U (180) V (1189) W (975) X (3) Y (88) Z (837)
Dutch Recording English Learn

houdt van
loves (3rd person singular, long form)

Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend...
Keep your decency and bow to the old duck...

Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.
Keep your decency and bow to the old duck you see there: that is the most important of all; she is of Spanish descent, which is why she is so fat.

Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet.
Keep your decency and bow to the old duck that you see there.

houdt
loves (3rd person singular)

houdt
holds (3rd person singular)

houdt
holds on (part 1; 3rd person singular)

houding
attitude

houders
holders

houder
holder

houden van
love (plural)

houden niet van
don’t like

houden
to love (part 1)

houden
to keep

Houd je ogen wijd open alsjeblieft.
Please keep your eyes wide open!

Houd ermee op elkaar te veroordelen.
Stop condemning each other.

houd
hold

hou van
love (1st person singular, long form)

hou niet van
don’t love; don’t like (1st person singular)

Hou je van vis?
Do you like fish?

Hou je van varkensvlees?
Do you like pork?

Hou je van sport?
Do you like sports?

Hou je van rundsvlees?
Do you like beef?

Hou het raam dicht.
Keep the window closed.

Hou de deur open.
Hold the door.

hou
love (1st person singular)

hou
hold (imperative)

hou
love (2nd person singular, in a question)

hotels
hotels

hotel
hotel

hot dog
hot dog

horizon
horizon

horen
to hear

horecazaken
catering establishments

horeca
catering industry

hopen
hope (plural)