Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1126) C (201) D (3950) E (1470) F (203) G (922) H (2237) I (1322) J (284) K (770) L (465) M (718) N (389) O (807) P (524) Q (2) R (393) S (1101) T (1085) U (194) V (1259) W (1135) X (3) Y (88) Z (928)

Dutch	English	Learn
haven	port	Learn
haver	oat	Learn
havermout	oatmeal	Learn
havermoutpap	porridge	Learn
hazen	hares	Learn
hé	hey	Learn
hè	hey	Learn
heb	have (1st person singular)	Learn
heb	have (2nd person singular in a question or command)	Learn
Heb genade!	Have mercy!	Learn
Heb ik een paraplu nodig?	Do I need an umbrella?	Learn
Heb ik het fout?	Am I wrong?	Learn
Heb je al een baard?	Have you got a beard already?	Learn
Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?	Have you ever traveled by plane?	Learn
Heb je al gegeten?	Have you eaten yet?	Learn
Heb je al kinderen?	Do you have children already?	Learn
Heb je bezwaar tegen Skype?	Do you have an objection to Skype?	Learn
Heb je bloemkool?	Do you have cauliflower?	Learn
Heb je bonen?	Do you have beans?	Learn
Heb je dat niet?	have you not	Learn
Heb je dit helemaal doorlopen?	Have you gone through this completely?	Learn
Heb je een asbak?	Do you have an ashtray?	Learn
Heb je een bank?	Do you have a bank?	Learn
Heb je een leidinggevende functie?	Do you have a managerial position?	Learn
Heb je een lucifer?	Do you have a match?	Learn
Heb je een vuurtje?	Do you have a light?	Learn
Heb je enig idee?	Do you have any idea?	Learn
Heb je er een gevonden?	Have you found one?	Learn
Heb je het druk?	Are you busy?	Learn
Heb je hun beantwoord?	Have you answered them?	Learn
Heb je je haar al geborsteld?	Have you already brushed your hair?	Learn
Heb je je opdracht al af?	Have you finished your assignment yet?	Learn
Heb je je opdracht al gemaakt?	Have you done your assignment yet?	Learn
Heb je je tassen ingepakt?	Have you packed your bags?	Learn
Heb je kaarsen?	Do you have any candles?	Learn
Heb je kinderen?	Do you have children?	Learn