Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (628) B (970) C (158) D (3421) E (1017) F (161) G (773) H (1877) I (1022) J (234) K (647) L (396) M (619) N (351) O (679) P (467) Q (2) R (331) S (949) T (930) U (160) V (1106) W (883) Y (88) Z (740)
Dutch Recording English Learn

haven

port

haver

oat

havermout

oatmeal

havermoutpap

porridge

hazen

hares

hey

hey

heb

have (1st person singular)

heb

have (2nd person singular in a question or command)

Heb genade!

Have mercy!

Heb ik het fout?

Am I wrong?

Heb je al een baard?

Have you got a beard already?

Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?

Have you ever traveled by plane?

Heb je al kinderen?

Do you have children already?

Heb je bezwaar tegen Skype?

Do you have an objection to Skype?

Heb je bloemkool?

Do you have cauliflower?

Heb je bonen?

Do you have beans?

Heb je dit helemaal doorlopen?

Have you gone through this completely?

Heb je een asbak?

Do you have an ashtray?

Heb je een bank?

Do you have a bank?

Heb je een leidinggevende functie?

Do you have a managerial position?

Heb je een lucifer?

Do you have a match?

Heb je een vuurtje?

Do you have a light?

Heb je enig idee?

Do you have any idea?

Heb je er een gevonden?

Have you found one?

Heb je hun beantwoord?

Have you answered them?

Heb je je haar al geborsteld?

Have you already brushed your hair?

Heb je kaarsen?

Do you have any candles?

Heb je knoflook gegeten?

Did you eat garlic?

Heb je me ooit bedrogen?

Have you ever cheated on me?

Heb je niet gezongen?

Didn’t you sing?

Heb je nieuws van je broer?

Do you have news from your brother?

Heb je onze hulp nodig?

Do you need our help?

Heb je ooit dat je wou dat je iets opnieuw ‘voor het eerst’ kon beleven?

Do you ever wish you could experience something ‘for the first time’ again?

Heb je rijst gegeten?

Did you eat rice?

Heb je sigaretten?

Do you have cigarettes?