haasten
helpen
horen
hoofdpijn hebben
hebben
hagelen
het magertjes hebben
heropflakkeren
het huishouden doen
haten
hoesten
halen
het eens zijn met iemand
het eens zijn met
het eens zijn
heen
Het is gevaarlijk om in deze rivier te zwemmen.
Het water van het meer is schoon.
Het is niet mijn paraplu.
Het is chantage.
Het werd nog erger.
Het is het kunstgebit van mijn oma.
Hier zullen ze ons nooit vinden.
Het zijn zeker terechte vragen en bezorgdheden.
hun
hen
Hun mikpunt is winst.
hun straat was uitgestorven
Hun zoon heeft autisme.
hun scherpe kleine vuistjes
hun straf
hun huisdier
hun saaiste vak
Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.
hun dwaze plannen