Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - O

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1811) B (693) C (1165) D (812) E (500) F (654) G (400) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6705) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
offspring jong
often vaak
often dikwijls
oh O
oh och
Oh, good! Mooi zo.
Oh, how it shone, how it burnt! O, wat glom, wat brandde dit!
Oh, I don’t know. O, dat weet ik niet.
Oh, it could not forget those beautiful, happy birds O, het kon die mooie, gelukkige vogels niet vergeten
Oh, it was so beautiful here, so wonderful. O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.
Oh, look, there comes the bus! O, kijk, daar komt de bus al aan!
Oh, take me with you! Och, neem mij mee!
oil olie
oil revenue olie-inkomsten
ointment zalf
OK OK
OK, I'll take it OK, ik neem het.
old ouwe
old oud
old (long form) oude
old-fashioned ouderwets
old-fashioned (long form) ouderwetse
older oudere
older ouder
oldest oudste
omelette omelet
omission weglating
on op
on erop
on aan
on foot te voet
on it daarop
on it eraan
on it, stood splendid porcelain crockery, and a steaming roast goose, stuffed with apples and dried plums. daarop stond prachtig porseleinen vaatwerk, en heerlijk dampte de gebraden gans, die met appelen en gedroogde pruimen opgevuld was.
On May 4, runs the world the Wings for Life World Run for a cure for spinal cord injuries. Op 4 mei loopt de hele wereld de Wings for Life World Run voor een remedie tegen ruggenmergletsel.
On Monday my class starts at 8:00 am. Op maandag begint mijn les om 8:00 uur.