Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - M

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1809) B (692) C (1166) D (812) E (500) F (654) G (402) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6704) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
My boss told me I’m hard to approach. Mijn baas zei me dat ik moeilijk te benaderen ben.
My brain is full. Mijn brein is vol.
My bridegroom cheated on me. Mijn bruidegom heeft me bedrogen.
My brother and I grew up together. Mijn broer en ik zijn samen opgegroeid.
My brother works in a hospital. Mijn broer werkt in een ziekenhuis.
My bucket is full. Mijn emmer is vol.
My canary loves fresh fruit. Mijn kanarie houdt van vers fruit.
My career has led me to many countries. Mijn loopbaan heeft me naar vele landen geleid.
My career started as an intern. Mijn loopbaan begon als stagiair.
My cat has disappeared. Mijn kat is verdwenen.
My cat is always up to mischief. Mijn kat is altijd bezig met kattenkwaad.
My cat is happy. Mijn kat is gelukkig.
My child has a cough. Mijn kind moet hoesten.
My child is hungry. Mijn kind heeft honger.
My child is ill. Mijn kind is ziek.
my children mijn kinderen
My children love the story of Snow White. Mijn kinderen houden erg van het verhaal van Sneeuwwitje.
My co-worker is a wolf in sheep's clothing. Mijn medewerker is een wolf in schapenvacht.
My coffee is cold. Mijn koffie is koud.
My colleague and I work together. Mijn ambtgenoot en ik werken samen.
My dad used to drive a Beetle. Vroeger reed mijn vader een Kever.
my daughter mijn dochter
My daughter has a good teacher. Mijn dochter heeft een goede leraar.
my declaration mijn aangifte
My dog has fleas. Mijn hond heeft vlooien.
My efforts were not in vain. Mijn inspanningen waren niet voor niets.
My eyes sting because of the onions. Mijn ogen prikken vanwege de uien.
My father is a bit old-fashioned. Mijn vader is een beetje ouderwets.
My father is a milkman. M’n vader is melkboer.
My father is bald. Mijn vader is kaal.
My father is out. Mijn vader is uit.
My father works for a bank. Mijn vader werkt voor een bank.
My father’s hobby is growing roses. Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
My flight was supposed to arrive at 2:30 p.m. Mijn vlucht moest normaal om half drie ’s middags aankomen.
My foot is so fat that it no longer fits in my shoe. Mijn voet is zo dik dat hij niet meer in mijn schoen past.
my fountain pen mijn vulpen