Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (2) 1 (14) 2 (9) 3 (1) 4 (1) 6 (1) 7 (1) 8 (1) 9 (1) A (2046) B (734) C (1234) D (851) E (539) F (739) G (438) H (1121) I (1978) J (126) K (81) L (516) M (734) N (378) O (443) P (889) Q (35) R (528) S (1852) T (7132) U (159) V (129) W (1203) X (4) Y (377) Z (21)
English Dutch Recording Learn
import duties invoerheffingen
important belangrijk
important (inflected form) belangrijke
imposed opgelegde
impossible (long form) onmogelijke
impossible onmogelijk
impoverishes (3rd person singular) verarmt
impression indruk
impressive indrukwekkend
imprisonment gevangenschap
imprisonment hechtenis
imprisonment gevangenisstraf
improper recruiting practices ongepaste wervingspraktijken
improvement verbetering
impunity straffeloosheid
Impunity encourages crime. De straffeloosheid moedigt misdaad aan.
Impunity undermines the legal system. Straffeloosheid ondermijnt het rechtssysteem.
in over
in in
in op
In a corner formed by two houses, one of which protruded a little more than the other, she squatted down. In een hoek, die gevormd werd door twee huizen, waarvan het ene een weinig meer dan het andere vooruitsprong, zette zij zich op haar hurken neer.
In a democracy it is important that the press is independent. In een democratie is het belangrijk dat de pers onafhankelijk is.
In a few moments you will receive a confirmation. Binnen enkele ogenblikken ontvangt u een bevestiging.
in a fit of sobs in een toeval van gesnik
in a hoarse whisper op schorre fluistertoon
in a large hotel in een groot hotel
in a small hotel in een klein hotel
in a transparent and honest way op een transparante en eerlijke manier
in absentia verstek
in addition bovendien
in addition to bovenop
in advance op voorhand
in advance van tevoren
in advance vooraf
in all directions naar alle kanten heen
in all probability hoogstwaarschijnlijk