Yanni had een platte band.
Yanni gaf Skura zijn telefoon.
Yanni vond een dood lichaam dichtbij het meer.
Yanni weet het niet.
Yanni heeft geen auto.
Yanni stierf in de armen van Skura.
Yanni heeft dit niet besteld.
Yanni had geen telefoon.
Yanni kan stoppen wanneer hij wil.
Yanni kwam thuis van zijn werk.
Yanni heeft een huis gebouwd.
Yanni kocht Skura een ring.
Yanni kocht zijn eigen huis.
Yanni en Skura waren gelukkig samen.
Yanni denkt altijd groot.
Yanni