Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1128) C (201) D (3952) E (1474) F (203) G (923) H (2244) I (1323) J (285) K (771) L (466) M (719) N (391) O (809) P (525) Q (2) R (393) S (1105) T (1089) U (194) V (1264) W (1135) X (3) Y (88) Z (929)

Dutch	English Sort descending	Learn
We bleven binnen terwijl het sneeuwde.	We stayed inside while it snowed.	Learn
We zijn naar de politiek gestapt met een vuistdik dossier.	We stepped into politics with a file as thick as a brick.	Learn
We begrijpen nog steeds de dagelijkse realiteit niet van mensen met een beperking.	We still don’t understand the daily reality of people with a handicap.	Learn
wij studeren	we study	Learn
we toetsen	we test	Learn
Wij willen dan ook zo snel mogelijk aan tafel om een sterke coalitie te smeden.	We therefore want to get around the table as quickly as possible in order to forge a strong coalition.	Learn
Wij begrijpen waarom.	We understand why.	Learn
We willen beter onderwijs voor onze kinderen.	We want better education for our children.	Learn
We willen gerechtigheid.	We want justice.	Learn
Wij willen de slaapkamer renoveren.	We want to renovate the bedroom.	Learn
wij keken	we watched	Learn
wij gingen	we went	Learn
We gingen samen winkelen.	We went shopping together.	Learn
We gingen naar het park om te honkballen.	We went to the park to play baseball.	Learn
wij waren	we were	Learn
We wisten wat er gaande was.	We were aware of what was going on.	Learn
We zouden een oude dame gaan bezoeken.	We were going to visit an old lady.	Learn
We waren verliefd.	We were in love.	Learn
We waren alleen maar eerlijk.	We were just being honest.	Learn
We werden op sleeptouw genomen door ervaren gidsen.	We were led by experienced guides.	Learn
Wij zaten op de bank.	We were sitting on the couch.	Learn
We waren zo opgewonden dat we niet stil konden zitten.	We were so excited that we couldn’t sit still.	Learn
Wij zullen er zijn.	We will be there.	Learn
wij halen je hutkoffer	we will get your trunk	Learn
We hebben morgen een wiskunde toets.	We will have a math quiz tomorrow.	Learn
We zullen niet falen.	We will not fail.	Learn
we zullen die heroveren	we will recapture it	Learn
We vertrekken niet, tenzij iedereen klaar is.	We won’t leave unless everyone is ready.	Learn
We winnen niet, tenzij we samenwerken.	We won’t win unless we work together.	Learn
We willen de aandacht vestigen op het feit dat er nog geen definitieve gegevens zijn.	We would like to draw attention to the fact that there is no definitive data yet.	Learn
wapen	weapon	Learn
wapens	weapons	Learn
weer	weather	Learn
weersomstandigheden	weather conditions	Learn
weerbericht	weather forecast	Learn
weersverwachtingen	weather forecasts	Learn