Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - V

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1126) C (201) D (3950) E (1470) F (203) G (922) H (2238) I (1322) J (284) K (770) L (465) M (718) N (389) O (807) P (524) Q (2) R (393) S (1101) T (1085) U (194) V (1259) W (1135) X (3) Y (88) Z (928)
Dutch Recording English Learn
vastgoed
real estate
vastgoedmaatschappij
real estate company
vastmaken
to fasten
vaststellingen
findings
vat
container
vatbaar
susceptible
Vaticaan
Vatican
vatte
caught
vechten
to fight
vee
cattle
veegde
wiped
veel
much
veel
a lot of
veel
many
Veel deskundigen betwijfelden dat.
Many experts expressed doubts about that.
Veel gebouwen hebben moderne veiligheidsvoorzieningen.
Many buildings have modern safety measures.
veel gereis deze maand
a lot of travelling this month
veel kenners
many experts
Veel kinderen dragen een spijkerbroek.
A lot of kids wear jeans.
veel leed
a lot of suffering
veel leed aandoen
to cause a lot of harm
veel lef
a lot of guts
veel op elkaar
a lot like each other
veel technische mankementen
many technical defects
Veel toepassingen kunnen worden gedownload.
Many applications can be downloaded.
veel toewijding
a lot of dedication
veel voorkomend
frequent
Veel vrouwen kopen schoenen een maat te klein, omdat ze dat mooier vinden.
A lot of women buy shoes one size too small, because they find them prettier.
veeleer
rather
Veeleer dan werken, wil zij reizen.
Rather than work, she wants to travel.
veeleisende
demanding
veelvoorkomende
common
veer
feather
veerkracht
resilience
veertien
fourteen (14)
veertig
forty (40)