Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - U

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (628) B (970) C (158) D (3421) E (1017) F (161) G (773) H (1877) I (1022) J (234) K (647) L (396) M (619) N (351) O (679) P (467) Q (2) R (331) S (949) T (930) U (160) V (1106) W (883) Y (88) Z (740)
Dutch Recording English Learn

Uit de boeken die in de kast staan mag je in geen geval plaatjes knippen.

You absolutely may not cut pictures out of the books on the bookcase.

Uit een poll blijkt dat 79% zich belemmerd voelde in zijn stemrecht.

A poll showed that 79% felt themselves hampered in their right to vote.

uit elkaar

apart

uit te breiden

to expand (long form)

uit te kramen

to utter

uit te voeren

to carry out; to perform (long form)

uitbating

operation

uitblazen

to blow out

uitbreiding

expansion

uitbroeden

to hatch

uitbuiting

exploitation

uitbundig

exuberantly

uitbundige

lavish

uitdagen

to challenge

uitdagend

challenging

uitdaging

challenge

uitdrukken

to express

uitdrukking

expression

uitdrukkingen

expressions

uiteindelijk

finally

uiten

to express

uiteraard

of course

Uiteraard ben ik niet zo oud als jij.

I’m not as old as you, of course.

Uiteraard kan je doen wat je maar wilt.

You can do whatever you want to do, of course.

Uiteraard moet een knuffel mogelijk blijven.

Obviously a hug must remain possible.

Uiteraard niet.

Of course not.

Uiteraard was ik bang.

Obviously, I was scared.

uiterlijk

appearance

uiterlijk

at the latest

uiterste

extreme

uitgaan

to go out

uitgaat

burns out

uitgang

exit

uitgangen

exits

uitgaven

expenses

uitgebleven

failed to materialize