Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - T

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort ascending Learn

Toms grootvader was een slaaf.

Tom’s grandfather was a slave.

Tom is aan het verdrinken.

Tom’s drowning.

Toms hond blaft naar Mary.

Tom’s dog was barking at Mary.

Tom is bewust.

Tom’s conscious.

Toms

Tom’s

Tom zal het zich herinneren.

Tom’ll remember.

tomaten

tomatoes

tomatensap

tomato juice

tomaat

tomato

Tom is bij bewustzijn.

Tom's conscious.

Tom schrijft prachtig.

Tom writes beautifully.

Tom zou me dat nooit laten doen.

Tom would never let me do that.

Tom zal me dat nooit laten doen.

Tom will never let me do that.

Tom zal verbeteren.

Tom will improve.

Tom zal nachtmerries krijgen.

Tom will have nightmares.

Tom zal falen.

Tom will fail.

Tom zal het je uitleggen.

Tom will explain it to you.

Tom zal te laat zijn.

Tom will be too late.

Tom ging iedere zondag met zijn ouders naar de kerk.

Tom went to church with his parents every Sunday.

Tom keek argwanend toe.

Tom watched suspiciously.

Tom was niet tevreden met het antwoord van Mary.

Tom wasn’t satisfied with Mary’s answer.

Tom kon zijn opwinding niet verbergen.

Tom wasn’t able to hide his excitement.

Tom wast zijn haar vrijwel dagelijks.

Tom washes his hair almost every day.

Tom was zeer gelukkig.

Tom was very happy.

Tom was heel aardig.

Tom was very friendly.

Tom was sterk.

Tom was strong.

Tom werd veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf voor medeplichtigheid aan moord.

Tom was sentenced to fifteen years in jail for being an accessory to murder.

Tom was één van de drie die stierven in de aanval.

Tom was one of the three who died in the attack.

Tom was mijn zoon.

Tom was my son.

Tom was mijn echtgenoot.

Tom was my husband.

Tom was mijn vader.

Tom was my father.

Tom sprong op en neer van opwinding.

Tom was jumping up and down with excitement.

Tom kreeg heimwee.

Tom was homesick.

Tom is op brute wijze vermoord in zijn eigen huis.

Tom was brutally murdered in his own house.

Tom is drie maanden na Mary geboren.

Tom was born three months after Mary.

Tom was ernstig in elkaar geslagen.

Tom was badly beaten up.