Dutch-English Dictionary - T

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (724) B (1134) C (202) D (3987) E (1478) F (204) G (926) H (2262) I (1326) J (285) K (775) L (466) M (719) N (392) O (816) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1100) U (194) V (1271) W (1139) X (3) Y (88) Z (939)

Dutch	English	Learn
twee kettingbotsingen	two pile-ups	Learn
twee maaltijden	two meals	Learn
twee maanden geleden	two months ago	Learn
twee minderjarigen	two minors	Learn
Twee robotten doen met veel overgave aan paaldansen.	Two robots doing pole dancing with lots of dedication.	Learn
twee samengestelde woorden	two compound words	Learn
Twee sjofel uitziende tovenaars staarden hem aan.	Two shabby-looking wizards stared at him.	Learn
twee sneetjes peperkoek	two slices of gingerbread	Learn
twee studenten	two students	Learn
twee uur	two o’clock	Learn
twee voorbeelden om dit te verduidelijken	two examples to clarify this	Learn
twee vrouwen	two women	Learn
twee weken geleden	two weeks ago	Learn
twee wielertoeristen	two tourist cyclists	Learn
tweede	second (ordinal)	Learn
Tweede slag!	Strike two!	Learn
tweedehands	second-hand	Learn
tweedracht	discord	Learn
tweeduizend	two thousand (2,000)	Learn
tweeduizend dertien	two thousand thirteen (2013)	Learn
tweeduizend eenentwintig	two thousand and twenty-one (2021)	Learn
tweeduizend tweeëntwintig	two thousand and twenty-two (2022)	Learn
tweeëndertig	thirty-two (32)	Learn
tweeënnegentig	ninety-two (92)	Learn
tweeëntachtig	eighty-two (82)	Learn
tweeëntwintig	twenty-two (22)	Learn
tweeënveertig	forty-two (42)	Learn
tweeënvijftig	fifty-two (52)	Learn
tweeënzestig	sixty-two (62)	Learn
tweeënzeventig	seventy-two (72)	Learn
tweehonderd	two hundred (200)	Learn
tweehonderdachttien	two hundred and eighteen (218)	Learn
tweehonderddertigduizend	two hundred and thirty thousand (230,000)	Learn
tweehonderdeen	two hundred and one (201 )	Learn
tweehonderdnegenenzestig	two hundred and sixty-nine (269 )	Learn
tweehonderdtweeëntwintig	two hundred and twenty-two (222 )	Learn