Dutch-English Dictionary - O

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (641) B (994) C (161) D (3476) E (1067) F (166) G (791) H (1912) I (1056) J (240) K (669) L (403) M (633) N (353) O (699) P (471) Q (2) R (336) S (973) T (958) U (166) V (1130) W (911) Y (88) Z (767)

Dutch	English Sort descending	Learn
onbepaald	indefinite	Learn
onbepaalde	indefinite (long form)	Learn
onbepaald lidwoord	indefinite article	Learn
onafhankelijkheid	independence	Learn
onafhankelijk	independent	Learn
onverschillig	indifferent	Learn
onmisbare	indispensable	Learn
onafwendbaar	inevitable	Learn
ontsteking	inflammation	Learn
onmenselijk	inhuman	Learn
onschuld	innocence	Learn
onderschept	intercepted	Learn
onderbrak	interrupted	Learn
onderbreking	interruption	Learn
onverdraagzaamheid	intolerance	Learn
onderzoekt	investigates	Learn
onzichtbaar	invisible	Learn
onweerlegbaar	irrefutable	Learn
onverantwoord	irresponsible	Learn
onomkeerbaar	irreversible	Learn
overweegt	is considering	Learn
Ook blijkt dat de economische crisis de Vlamingen dit jaar minder zorgen baart.	It also appears that the economic crisis is this year giving the Flemish fewer worries	Learn
Omdat licht sneller reist dan geluid zien we de bliksem voordat we de donder horen.	It is because light travels faster than sound that we see lightning before we hear thunder.	Learn
Omstreeks middernacht begon het te regenen.	It started raining around midnight.	Learn
Onder het gewelf van de bomen is het koel.	It’s cool under the canopy of the trees.	Learn
oordeel	judgement	Learn
ontvoering	kidnapping	Learn
ontbreken	lack	Learn
overloop	landing	Learn
opmaak	layout; mock-up	Learn
onzedelijk	lewd	Learn
op	lifted up (part 2)
op zoek	looking	Learn
Ook lummelen is goed voor je brein	Lounging is also good for your brain	Learn
onderlagen	lower layers	Learn
ondervoede	malnourished	Learn