Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - M

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort descending Learn

moord

murder

Moord door lid Gouden Dageraad

Murder by Golden Dawn member

moordenaar

murderer

museum

museum

muziek

music

muziekinstrument

musical instrument

muziekinstrumenten

musical instruments

muzikant

musician

moslim

Muslim

moslimterreur

Muslim terror

Moslimterreur is ergste gesel sinds Hitler.

Muslim terror is the worst scourge since Hitler.

moslims

Muslims

Moslims aanbidden God.

Muslims worship God.

mossel

mussel

moet

must (singular)

moeten

must (infinitive)

moeten

must (plural)

mosterd

mustard

mosterdzaad

mustard seed

m’n

my (short form)

mijn

my

Mijn ergernis verdwijnt niet gemakkelijk.

My annoyance doesn’t easily disappear.

Mijn aanstelling tot teamleider is een eer.

My appointment as a team leader is an honor.

mijn vurige verlangen

my ardent desire

Mijn houding is veranderd.

My attitude has changed.

mijn baby

my baby

Mijn beste vriendin danst goed.

My best friend dances really well.

Mijn grootste afleiding is sociale media.

My biggest distraction is social media.

Mijn baas zegt dat jij heel goed zingt.

My boss says that you sing very well.

Mijn baas zei me dat ik moeilijk te benaderen ben.

My boss told me I’m hard to approach.

Mijn brein is vol.

My brain is full.

Mijn bruidegom heeft me bedrogen.

My bridegroom cheated on me.

Mijn broer en ik zijn samen opgegroeid.

My brother and I grew up together.

Mijn emmer is vol.

My bucket is full.

Mijn kanarie houdt van vers fruit.

My canary loves fresh fruit.

Mijn loopbaan heeft me naar vele landen geleid.

My career has led me to many countries.