Ik weet alles.
Ik ken hem beter dan wie dan ook.
ik weet wel het is hun goeie recht
Ik ken mijn dochter beter dan wie dan ook.
Ik weet dat ik mijn Nederlands moet verbeteren.
Ik weet dat zij met veel toewijding God dienen.
Ik ken drie van de mensen in de foto.
Ik weet dat Tom een slager is.
Ik weet dat Tom een slechte chauffeur is.
Ik weet dat Tom loog.
Ik weet dat Tom zal proberen om dat te doen.
Ik weet Toms geheim.
Ik weet wat ze gaan doen.
Ik weet dat je ons niet vertrouwd.
Ik weet dat je weer verdwijnt als het lucifertje uitgaat.
Ik heb het op school geleerd.
Ik laat de zaak aan uw oordeel over.
Ik liet het water uit de badkuip.
Ik vind wiskunde leuk.
Ik hou van mijn voorhuid.
Ik ben gek op mijn werk.
Ik hou van rijst.
Ik vind dat leuk.
Ik ben graag onderdanig.
Ik eet graag gebakken paling.
Ik speel graag piano.
Ik vind het leuk om problemen op te lossen.
Ik vind je aardig.
Ik vond het leuk wat je zei.
Ik luisterde goed naar wat ze zeiden.
Ik woon in Amerika.
Ik woon in het Verenigd Koninkrijk.
Ik woonde tot vorig jaar in Australië.
Ik woonde drie jaar geleden in Boston.
Ik verloor het bewustzijn.
Ik heb al mijn aanzien verloren.