Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (639) B (994) C (161) D (3473) E (1066) F (166) G (790) H (1909) I (1049) J (240) K (665) L (403) M (632) N (353) O (697) P (470) Q (2) R (336) S (971) T (953) U (165) V (1129) W (907) Y (88) Z (764)
Dutch Recording English Sort descending Learn

Hij laat zijn haar eens per maand knippen.

He gets his hair cut once a month.

Hij werd geschorst voor onzedelijk gedrag.

He got expelled for lewd conduct.

Hij is verdwaald in het bos.

He got lost in the forest.

Hij greep me bij mijn kraag.

He grabbed me by the collar.

Hij greep de gelegenheid aan om werk te krijgen.

He grabbed the chance to get a job.

Hij was altijd nogal een zonderling.

He had always been a bit of an oddball.

Hij had 50 euro gevraagd.

He had asked for 50 euros.

Hij heeft met zijn vrouw gebroken.

He had broken up with his wife.

Hij liet zijn haar kort knippen.

He had his hair cut short.

Hij had er nog nooit zó gestoord uitgezien.

He had never looked so disturbed.

Hij had nachtmerries.

He had nightmares.

Hij had geen verweer waartegen.

He had no defense against it.

hij moest

he had to

Hij neemt vrijwel nooit een douche.

He hardly ever takes a shower.

hij heeft

he has

Hij heeft een baard.

He has a beard.

Hij heeft een piercing.

He has a body piercing.

Hij heeft een scheppend vermogen dat bewonderenswaardig is.

He has a creative capacity that is admirable.

Hij heeft een hond.

He has a dog.

Hij heeft een buitenlandse wagen.

He has a foreign car.

Hij heeft een pistool.

He has a gun.

Hij heeft een gulle lach.

He has a hearty laugh.

Hij heeft veel gezag.

He has a lot of authority.

Hij heeft veel zelfvertrouwen.

He has a lot of self confidence.

Hij heeft grote oren.

He has big ears.

Hij heeft zijn adres gewijzigd.

He has changed his address.

Hij heeft de familie onteerd.

He has dishonored the family.

Hij heeft kwijl op zijn kin.

He has drool on his chin.

Hij heeft ervaring in de uitbating van verschillende bedrijven.

He has experience in the operation of various businesses.

Hij heeft lang haar.

He has long hair.

Hij verloor de belangstelling voor politiek.

He has lost interest in politics.

Hij heeft geen respect voor gezag.

He has no respect for authority.

Hij heeft puisten.

He has pimples.

Hij heeft zich bekeerd en woont nu als pater in een abdij.

He has repented and now lives as a father in an abbey.

Hij onderbrak de spreker telkens met vragen.

He interrupted the speaker with frequent questions.

hij is

he is