Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort descending Learn

Elzas

Alsace

eveneens

also

een abrupt einde

an abrupt end

een absolute blikvanger

an absolute eye-catcher

een opstapeling van incidenten

an accumulation of incidents

een aanvulling

an addition

een aanpassing

an adjustment

een administratief kluwen

an administrative mess

een administratieve vereenvoudiging

an administrative simplification

een bewonderaar

an admirer

een aanbidder

an admirer

een overeenkomst

an agreement

een nijdig gezicht

an angry face

Een vacht bestaat uit twee soorten haren.

An animal coat consists of two types of hair.

een jaarverslag

an annual report

een bewering

an assertion

een troef

an asset

een bijlmoordenaar

an axe murderer

een adelaarsveer

an eagle feather

Een adelaar vliegt door de lucht.

An eagle is flying in the sky.

Een aardbeving kan elk moment gebeuren.

An earthquake can happen at any time.

een inspanning

an effort

een spoedoverleg

an emergency meeting

een emotioneel betoog

an emotional speech

een bisnummer

an encore

een tijdperk

an era

Een fout kan optreden tijdens de installatie.

An error may occur during installation.

een roltrap

an escalator

een inschatting

an estimation

een eeuwige doorn

an eternal thorn

een nog onaangenamere glimlach

an even more unpleasant smile

een uitlaatklep

an exhaust valve

een bestaand feit

an existing fact

een dure auto

an expensive car

een duur huis

an expensive house

een dure laptop

an expensive laptop