Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Sort descending Recording English Learn

een grote vuurbal

a big fireball

Een grote zuil verhindert het zicht op het meer.

A large pillar obstructs the view of the lake.

een grote, dikke oorwurm

a big, fat earwig

een grote, knoestige wandelstok

a large, gnarled walking stick

een grote, oerlelijke pop

a big, ugly doll

een grote, omgeploegde akker

a large, plowed field

een grote, ouderwetse sleutel

a large, old-fashioned key

een hachelijke situatie

a dangerous situation

een hak

a heel

een half uur

half an hour

een half uur later

half an hour later

een halve dag

half a day

een halve snoepwinkel

half a candy store

een halvegare

a lunatic

een handtas

a handbag

een hecht team

a strong team

een hechte relatie

a close relationship

een heel groot hoofd

a very large head

een heel knappe vrouw

a very pretty woman

een heel schappelijk prijsje

a very reasonable price

een heerlijke taart

a delicious cake

een heilige zalving

a holy anointing

een hekel hebben aan

to hate

een hele la

a whole drawer

Een herinnering is een ervaring uit het verleden die in het geheugen is opgeslagen.

A memory is an experience from the past that is stored in memory.

een hijskraan

a crane

een historische nederlaag

a historic defeat

een hobbelige carrière

a bumpy career

een hoofddoek

a headscarf

een hoofdletsel

a head injury

een hoop stennis

a lot of nonsense

een huzarenstukje

a feat

een inclusief beleid

an inclusive policy

een indrukwekkend feestje

an impressive party

een ingewikkeld werkwoord

a complicated verb

een ingrijpende hervorming

a major reform