de verdeling
de omleidingen
de verdeeldheid
de echtscheiding
de arts
De dokter heeft me afgeraden om te veel suiker te eten.
De dokter adviseerde hen over veilige gemeenschap.
De arts gaf me duidelijke richtlijnen voor mijn dieet.
De arts heeft de juiste diagnose gemaakt.
de dokter
de doctor
de hond
De hond at de taart.
De hond is zwart.
De hond knaagt aan een bot.
De hond die het kind had gebeten werd kort nadien gevangen.
de honden
De kwijl van de hond vlekte het tapijt.
de pop
de dollar
de dollars
de dolfijn
de overheersing
de schenking
de ezel
De ezel balkt.
de deur
De deur naar de hal stond wijd open.
de dosis
de draak
de draken
de afvoerput
de woerd
de la
de lade
De la gaat niet open.