Dutch-English Dictionary - B

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (721) B (1134) C (202) D (3983) E (1477) F (204) G (926) H (2260) I (1326) J (285) K (773) L (466) M (719) N (392) O (815) P (529) Q (2) R (395) S (1114) T (1099) U (194) V (1270) W (1139) X (3) Y (88) Z (937)

Dutch	English	Learn
boven zich hadden zij slechts het dak, waardoor de wind heenfloot, al mochten de grootste reten ook met stro en lompen dichtgestopt zijn.	they had only the roof to cover them, through which the wind was howling, although the largest holes had been plugged with straw and rags.	Learn
bovenaan	at the top	Learn
bovendien	in addition	Learn
Bovendien kan hij Hebreeuws lezen.	Above and beyond this, he can read Hebrew.	Learn
bovenhield	held over	Learn
bovenkwab	upper lobe	Learn
bovenop	in addition to	Learn
bovenste	upper	Learn
bovenzijde	top	Learn
boxershorts	boxers	Learn
bpost	bpost	Learn
braaf	well-behaved	Learn
bracht	brought	Learn
brak	broke	Learn
brand	fire	Learn
brandde	burnt	Learn
brandden	were burning	Learn
brandend	burning	Learn
brandend maagzuur	heartburn	Learn
brandschoon	spotlessly clean	Learn
brandstof	gas	Learn
brandweer	fire brigade	Learn
brandweerman	firefighter	Learn
brandweerman	fireman	Learn
brandweerstation	fire station	Learn
Braziliaans	Brazilian	Learn
Brazilië	Brazil	Learn
Brazilië heeft zeventig minuten gebibberd tegen Kroatië.	Brazil trembled for seventy minutes against Croatia.	Learn
Brazilië is een groot land.	Brazil is a large country.	Learn
brede	broad	Learn
breed	wide	Learn
breekmes	utility knife	Learn
breekt	breaks	Learn
breiden	to expand (part 2)
breien	to knit	Learn
brein	brain	Learn