Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (2) 1 (14) 2 (9) 3 (1) 4 (1) 6 (1) 7 (1) 8 (1) 9 (1) A (2052) B (738) C (1239) D (852) E (540) F (743) G (441) H (1127) I (1983) J (126) K (82) L (521) M (738) N (382) O (447) P (893) Q (36) R (534) S (1864) T (7152) U (161) V (129) W (1206) X (4) Y (378) Z (21)
English Dutch Recording Learn
the renovation de renovatie
the rent de verhuur
the rent de huur
the rental price de huurprijs
the replacement het vervangen
the report het verslag
the reporting de berichtgeving
the representation de vertegenwoordiging
the representative de vertegenwoordiger
The research focused on slowing down decay. Het onderzoek richtte zich op het vertragen van bederf.
the researchers de onderzoekers
the reservation; the booking de reservering; de boeking
the residents de bewoners
the residual value may no longer be that high de restwaarde mogelijk niet meer zo hoog gaat zijn
the resignation het ontslag
the resilience de veerkracht
the resources de middelen
the respect de eerbied
the response de respons
The responsibility is mine. Ik ben daarvoor verantwoordelijk.
the rest (peace) de rust
the restaurant het restaurant
the restaurant het restaurant
The restaurant suits me just fine. Het restaurant bevalt mij prima.
the restaurants de restaurants
the restraint de beteugeling
the restriction de beperking
the result de uitslag
The result was rather disappointing. Het resultaat was enigszins ontgoochelend.
the result; the outcome het resultaat
the results de uitslagen
the resurrection de wederopstanding
the retaliation de vergelding
The retaliation was severe. De vergelding was streng.
the retired person de gepensioneerde
the return de terugkeer