Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1814) B (693) C (1169) D (814) E (501) F (658) G (403) H (995) I (1700) J (119) K (76) L (480) M (672) N (341) O (377) P (844) Q (32) R (508) S (1688) T (6712) U (153) V (123) W (1095) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Recording Learn
It’s a no-brainer. Het is een makkie.
It’s a pleasant day, isn’t it? Wat een mooie dag, niet?
It’s a pleasure to meet you. Het is een genoegen om je te ontmoeten.
It’s a very difficult tongue-twister. Het is een erg lastige tongbreker.
It’s a very long flight. Het is een hele lange vlucht.
It’s already summer. Het is al zomer.
It’s an emergency. Het is een noodgeval.
It’s artificial. Het is kunstmatig.
It’s because we’re in a hurry. Het is omdat we haast hebben.
It’s becoming more and more popular. Het is steeds populairder aan het worden.
It’s better to be killed by them, than being bitten by the ducks, pecked by the chickens, kicked by the maiden who feeds the chickens, or starved with hunger in the winter. ’t Is beter, door hen gedood, dan door de eenden gebeten, door de kippen gepikt, door de meid, die aan de kippen eten geeft, geschopt te worden en in de winter gebrek te lijden!
It’s cool under the canopy of the trees. Onder het gewelf van de bomen is het koel.
It’s eight o’clock. Het is acht uur.
It’s expensive. Het is duur.
It’s for her. Het is voor haar.
It’s for my family. Het is voor mijn familie.
It’s freezing cold. Het is ijskoud
It’s freezing here. Het vriest hier.
It’s good. Het is goed.
It’s hard to fight against what you can’t see. Het is moeilijk om te vechten waartegen je niet kunt zien.
It’s hard to tell you and your brother apart. Het is moeilijk u van uw broer te onderscheiden.
It’s impossible to predict what’ll happen. Het is onmogelijk te voorspellen wat er gaat gebeuren.
It’s merely a matter of time. Het is louter een kwestie van tijd.
It’s my very own mother. Het is mijn bloedeigen moeder.
It’s nearly half past two. Het is bijna half drie.
It’s not important. Het is niet belangrijk.
It’s not raining. Het regent niet.
It’s not raining. It’s snowing. Het regent niet. Het sneeuwt.
It’s not that noticeable. Het is niet zo opvallend.
It’s now or never. Het is nu of nooit.
It’s only Tom. Het is Tom maar.
It’s poison. Het is gif.
It’s quarter past eight. Het is kwart over acht.
It’s six of one and half-a-dozen of the other. ’t Is lood om oud ijzer.
It’s snowing. Het sneeuwt.
It’s soon time for your income tax return. Het is langzaam tijd voor je aangifte inkomstenbelasting.