English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (626) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (335) H (831) I (1405) J (102) K (67) L (429) M (592) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)

English Sort ascending	Dutch	Learn
at the top	bovenaan	Learn
At the same time the country is struggling with massive air pollution.	Tegelijkertijd worstelt het land met enorme luchtvervuiling.	Learn
at the same time	tegelijkertijd	Learn
At the moment you can only change your membership via the contact form or in the club.	Je kunt op dit moment alleen je lidmaatschap wijzigen via het contactformulier of in de club.	Learn
at the latest	uiterlijk	Learn
at the end	op het eind	Learn
at the beginning of the year	in het begin van het jaar	Learn
at the back	achterop	Learn
At the annual high mass of technology, many companies release news and product launches.	Op de jaarlijkse hoogmis van de technologie pakken veel bedrijven uit met nieuwtjes en productlanceringen.	Learn
at that time	destijds	Learn
at ten o’clock	om tien uur	Learn
At such moments I don’t think about all the misery, but about the beauty that still remains.	Dan denk ik niet aan al de ellende, maar aan het mooie dat nog overblijft.	Learn
at school	op school	Learn
at present; nowadays	heden	Learn
at night	’s nachts	Learn
at least	minstens	Learn
at least	tenminste	Learn
At last he became exhausted, and lay still and helpless, frozen fast in the ice.	Eindelijk werd het moede, bleef doodstil liggen en vroor in het ijs vast.	Learn
at home I still have a postcard	thuis heb ik nog een ansichtkaart	Learn
At four o’clock we are going to the swimming pool.	We gaan om vier uur naar het zwembad.	Learn
At first, Tom thought French was difficult, but now he thinks it’s easy.	Aanvankelijk vond Tom Frans moeilijk, maar nu vindt hij het makkelijk.	Learn
At first the job looked good to him, but later it became tiresome.	Aanvankelijk leek het werk leuk voor hem, maar later werd het vermoeiend.	Learn
At first he did not realize that he had won the speech contest.	Aanvankelijk besefte hij niet dat hij de speech-wedstrijd had gewonnen.	Learn
at ease	op mijn gemak	Learn
at an early age	op prille leeftijd	Learn
at all times	altijd	Learn
at	bij	Learn
at	op	Learn
at	om	Learn
at	ten	Learn
at	aan	Learn
at	ter	Learn
astute	scherpzinnig	Learn
astonishing	verbazingwekkend	Learn
assumptions	veronderstellingen	Learn
assumption	veronderstelling	Learn