Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - Z

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Sort ascending Recording English Learn

Zijn zinderend optreden raakte ons diep.

His thrilling performance touched us deeply.

zijn zere ribben

his sore ribs

Zijn zeesterren eetbaar?

Are starfish edible?

Zijn ze er nog?

Are they still here?

zijn wonderlijke nieuwe vrijheid

his wonderful new freedom

Zijn woelige levensstijl zorgde voor problemen.

His tumultuous lifestyle caused problems.

Zijn wespen giftig?

Are wasps poisonous?

Zijn we idioten?

Are we idiots?

Zijn wangedrag leidde tot zijn ontslag.

His misconduct led to his dismissal.

Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.

His wife nags him constantly.

Zijn vrouw is mijn leerkracht Italiaans.

His wife is my Italian teacher.

zijn vlezige schouder

his meaty shoulder

Zijn vleierij werd goed ontvangen door de bazen.

His flattery was well received by the bosses.

zijn vingertoppen

his fingertips

Zijn verwaand gedrag maakte het moeilijk om met hem samen te werken.

His arrogant behavior made it difficult to collaborate with him.

Zijn vader was timmerman.

His father was a carpenter.

Zijn uitwijzing was onvermijdelijk.

His deportation was inevitable.

Zijn toezegging was oprecht.

His commitment was sincere.

zijn tentamens

his exams

zijn telefoonnummer

his telephone number

Zijn taalgebruik bevalt me niet.

His language does not please me.

Zijn structuur bestond uit metalen zuilen en balken.

Its structure was formed by metal columns and beams.

Zijn stelling over klimaatverandering is helder.

His stance on climate change is clear.

zijn spek

his bacon

zijn schik

his arrangement

zijn schenen

his shins

zijn scharnieren

its hinges

Zijn roemruchte daden zijn legendarisch.

His illustrious deeds are legendary.

Zijn rijkdom, wijsheid en kennis zijn onmeetbaar.

His wealth, wisdom and knowledge are immeasurable.

Zijn reputatie ging te gronde.

His reputation was ruined.

Zijn prestaties werden erkend.

His services were appreciated.

Zijn presentatie was bondig maar krachtig.

His presentation was succinct yet powerful.

Zijn pak heeft een krijtstreep.

His suit has a pinstripe.

zijn paarden zijn sneller dan adelaars

his horses are faster than eagles

Zijn overjas is versleten.

His overcoat is worn out.

zijn oude gewaad

his old robe