Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - Z

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (639) B (994) C (161) D (3475) E (1066) F (166) G (790) H (1909) I (1054) J (240) K (669) L (403) M (632) N (353) O (697) P (470) Q (2) R (336) S (971) T (953) U (165) V (1129) W (910) Y (88) Z (764)
Dutch Recording English Sort descending Learn

Zijn roemruchte daden zijn legendarisch.

His illustrious deeds are legendary.

Zijn Japans is vrijwel perfect.

His Japanese is almost perfect.

Zijn functie vereist veel verantwoordelijkheid.

His job requires a lot of responsibility.

Zijn taalgebruik bevalt me niet.

His language does not please me.

zijn vlezige schouder

his meaty shoulder

Zijn wangedrag leidde tot zijn ontslag.

His misconduct led to his dismissal.

Zijn miezerige poging faalde.

His miserable attempt failed.

zijn ellende

his misery

Zijn mond voelde plotseling kurkdroog aan.

His mouth suddenly felt bone-dry.

zijn naam

his name

zijn nieuwe schoolboeken

his new school books

zijn nieuwe trui

his new sweater

Zijn aanbod voldoet aan mijn gading.

His offer suits my taste.

zijn oude gewaad

his old robe

Zijn mening is waardeloos.

His opinion is worthless.

Zijn mantel is versleten.

His overcoat is worn out.

Zijn overjas is versleten.

His overcoat is worn out.

zijn eigen dreunende voetstappen

his own thumping footsteps

Zijn presentatie was bondig maar krachtig.

His presentation was succinct yet powerful.

zijn zoektocht

his quest

Zijn reputatie ging te gronde.

His reputation was ruined.

zijn litteken

his scar

Zijn prestaties werden erkend.

His services were appreciated.

zijn glans

his shine

zijn schenen

his shins

Zijn zoon heeft aanleg voor muziek.

His son has a talent for music.

zijn zere ribben

his sore ribs

Zijn betoog duurde een uur.

His speech lasted an hour.

Zijn pak heeft een krijtstreep.

His suit has a pinstripe.

zijn telefoonnummer

his telephone number

Zijn zinderend optreden raakte ons diep.

His thrilling performance touched us deeply.

zijn hutkoffer

his trunk

Zijn woelige levensstijl zorgde voor problemen.

His tumultuous lifestyle caused problems.

Zijn onwankelbaar vertrouwen daarin is spreekwoordelijk.

His unshakable faith in it is proverbial.

Zijn rijkdom, wijsheid en kennis zijn onmeetbaar.

His wealth, wisdom and knowledge are immeasurable.

zijn hele leger

his whole army