Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Learn

Waar kan ik eieren kopen?
Where can I buy eggs?

Waar kan ik een Engelse krant kopen?
Where can I buy an English newspaper?

Waar brengt u me heen?
Where are you taking me?

Waar ga je heen?
Where are you going?

Waar komt u vandaan?
Where are you from? (formal)

Waar kom je vandaan?
Where are you from?

Waar spreken we af?
Where are we meeting?

Waar zijn er veel bezienswaardigheden?
Where are there a lot of sites to see?

Waar zijn er veel restaurants?
Where are there a lot of restaurants?

Waar zijn er veel hotels?
Where are there a lot of hotels?

Waar zijn er veel bars?
Where are there a lot of bars?

Waar zijn de paspoorten?
Where are the passports?

Waar zijn mijn ouders?
Where are my parents?

waar
where

wanneer er Frans gesproken moet worden
when you need to speak French

Wanneer komt deze trein aan in Brussel?
When will this train arrive in Brussels?

Wanneer komt deze bus aan in Brussel?
When will this bus arrive in Brussels?

Wanneer zal het volgende concert optreden?
When will the next concert happen?

Wanneer komt de kerstman?
When is Santa Claus coming?

wanneer ik het geprint had
when I printed it

Wanneer vertrekt de trein naar Brussel?
When does the train for Brussels leave?

Wanneer begint het optreden?
When does the performance begin?

Wanneer begint de vergadering?
When does the meeting start?

Wanneer vertrekt de bus naar Brussel?
When does the bus for Brussels leave?

Wanneer kom je terug naar huis?
When do you return home?

Wanneer gaan de winkels open?
When do the shops open?

Wanneer slapen uilen?
When do owls sleep?

Wanneer ga je in het huwelijksbootje stappen?
When are you planning to get married?

Wanneer ga je naar Wenen?
When are you going to Vienna?

Wanneer laat jij je haar knippen?
When are you getting your hair cut?

Wanneer gaan we naar het strand?
When are we going to the beach?

Wanneer zijn de vergaderingen?
When are the meetings?

Waneer een 16-jarige hetzelfde zou doen, is dat afwijkend gedrag en kan er wel op gereageerd worden.
When a 16-year-old does the same thing, that is deviant behaviour and can be responded to.

wanneer
when

Wat is je telefoonnummer?
What’s your phone number?

Wat is je naam?
What’s your name? (informal)