Waarom ben je niet met de bus gekomen?
Waarom heb je mijn bevel niet opgevolgd?
Waarom heb je besloten dit huis te kopen?
Waarom heb je een schildpad gekocht?
Waarom heeft Yanni dat gedaan?
Waarom heeft Tom zijn boerderij verkocht?
Waarom heeft Tom dit gekocht?
Waarom raakte hij betrokken?
Waarom konden we niet door dat dranghek?
Waarom fluister je?
Waarom fluisteren jullie?
Waarom bezoekt u het Verenigd Koninkrijk?
Waarom drink je zoveel vanavond?
Waarom vloekt u?
waarom
Wie is jouw favoriete muzikant?
Wie is de president van dit land?
Wie is kleiner, Tom of Mary?
Wie is de eerste?
wiens
Wie zou je aanbevelen?
Wie zou je dan kunnen begrijpen?
Wie werkt in de meubelfabriek? (dialoog)
Wie werkt in de meubelfabriek?
Wie werkt hier? (dialoog)
Wie werkt hier?
Wie heeft de wedstrijd gewonnen?
Wie was de contactpersoon die u werd toegewezen?
Wie zou er het meest van profiteren?
Wie moeten we geloven?
Wie heeft dit besteld?
Wie bestelde deze pizza?
Wie heeft pizza besteld?
Wie weet.
Wie weet welke nieuwe ontdekkingen deze observatieposten zullen onthullen?
Wie is die jongen?